Jonge plooivoeters zijn meestal zinkgrijs van kleur en lijken een beetje op een Parelstuifzwam.
Plooivoetstuifzwam groeit aanvankelijk vaak kegelvormig uit (Parelstuifzwam niet).
De stekels van een jeugdige plooivoeter lijken vaak op die van een jeugdige
Zachtstekelige stuifzwam.
Iets ouder zijn er geen stekels meer en is de jonge plooivoeter eerder melig.
Nog iets ouder is de plooivoet kaal en bleek kleikleurig, en dan lijkt hij weer sterk op de iets minder jeugdige Zachtstekelige stuifzwam, ook kaal (maar met geeltinten)
Een plooivoeter is makkelijk te herkennen aan de plooien net onder de bol.
De bol slijt bij ouderdom rafelig weg, als de sporen rijp zijn en gaan verstuiven.
De jojo-vorm van de steel (het zandlopermodel), valt dan meer op.
Breitenbach (deel II) vindt die jojo-vorm juist een eigenschap van de Parelstuizwam.
Misschien mag je daar dus niet van uitgaan, en gaat het allen maar om een ecotypisch kenmerk.
Heel oude plooivoeters missen de bovenkant.
Ze bestaan alleen nog uit de steel, met een plat dak erop.
Maak jouw eigen website met JouwWeb