Stay safe!

Pieris Japonica, Mountain Fire

Ooievaarsbek

Lijkt op Chinees Vergeet-me-nietje

Atalanta op de laatste takken van de Vlinderstruik. Er waren een paar vlinders vandaag, op het nippertje. De rest was al helemaal uitgebloeid. De vlinderstruik met witte bloemen was het minst in trek bij de vlinders. Deze lila schijnt het lekkerst te zijn. 

Hibiscussen in de tuin hebben de hittegolf van 16 dagen in Drenthe, doorstaan. Met een beetje hulp, want ze zijn daarvoor pas geplant. 

Grote Engelwortel, de plant van de aankomende herfst.

De gewone margriet (Leucanthemum vulgaresynoniemChrysanthemum leucanthemum) is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De hoofdbloei valt rond juni. De plant heeft een bloemhoofdje met een geel hart bestaande uit buisbloemen, dat wordt omkranst door witte straalbloemen. De stengels zijn meestal niet of weinig vertakt. De wortelstok is meestal gedrongen en vertakt. Het aantal donkergroene bladeren is variabel.

Knoopkruid - Centaurea jacea, Flora van Nederland

In de tweede helft van de lente zien we in onze graslanden, bermen en dijkhellingen de paarsrode bloemhoofdjes van Knoopkruid of Centaurea jacea. Hun bloei gaat soms wel door tot in de herfst. Een gemakkelijk herkenbare eigenschap van Knoopkruid is de vorm van de omwindselblaadjes die onder om het bloemhoofdje zitten. Ze beginnen aan de voet als gewone groene tamelijk smalle blaadjes en boven de versmalling gaan ze over in een donkerbruine tot zwarte schub met vele stekels. Het lijkt wel een spinnetje.

Boerenwormkruid en Duizendblad, achilliea millefolium. Drie augustus 2020.

Zweefvlieg op Duizendblad

Kamperfoelie

Kamperfoelie (Lonicera) is een geslacht van slingerplanten en struiken dat zowel in Europa, China, Noordoost-Azië als in de Verenigde Staten voorkomt. Het geslacht behoort tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae). Sommige soorten slingeren zich om andere planten en bomen heen, maar andere kunnen ook als struik groeien.

De bloemen hebben vooral 's avonds een sterke zoete geur. Ze zijn er in diverse soorten en kleuren, veelvoorkomend is de roze-rode en geel-witte vorm. De plant is vrij gemakkelijk te vermeerderen uit zomer- of winterstekken.

Iris

Hibiscus

Parfum orchidee

Hommeltje of iets dat op een hommel lijkt, een zweefvlieg op Kattenstaart

Vogelwikke

Kaatstaart en Moerasspirea

De Gewone rolklaver (Lotus corniculatus var. corniculatus) is een algemeen voorkomende, vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De naam rolklaver is aan de plant gegeven vanwege de ronde peulen. 

De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.

Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata) is een overblijvende plant die behoort tot de Lipbloemenfamilie (Labiatae of Lamiaceae). Het is een plant van meestal natte, humusrijke grond in riet- en zeggenmoerassen, moerasbossen, langs het water, in duinvalleien en op vochtige, stenige plaatsen. In de duinen komt de plant ook voor op drogere grond. De plant komt van nature voor in de gematigde en koudere streken van het Noordelijk halfrond.

Het geslacht Vergeet-mij-nietje (Myosotis) telt enkele dozijnen soorten. De naam Myosotis komt van het Grieks en betekent muis-oortje (mus + otis). Vergeet-mij-nietjes komen voor in Europa, Azië, Afrika en Australië.

In Nederland en België komen de volgende soorten voor:

Wilde Margrieten

Blinde bij, Eristalis tenax

Wilde cichorei

Klaproos

Klokjes van het tuincentrum.

Viooltje komen aanwaaien

Akelei

Bezoek van een hommel in de Akelei. Met camera onder de 'rokken' gefotografeerd

Nimf van Lieveheersbeestje op knop van Grasklokje

Ooievaarbekje van buren gekregen vorig jaar en hij heeft het overleefd.

Vergeet-mij-nietje

Aardbei

Klein insect in Grasklokje. 

Boterbloem bezocht door een frambozenkever en door een groen beestje, misschien een luis.

Hondsdraf (Glechoma hederacea) is een kruipende, geurende plant die behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae).

Het robertskruid (Geranium robertianum), vroeger ook wel stinkende ooievaarsbek genoemd, is een plant uit de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). Het is een een- of tweejarige, tot 50 cm hoge plant. De naam robertskruid zou of afgeleid zijn van de kleur rood of van Robert van Molesme die in de elfde eeuw dit kruid als geneesmiddel aanbeval.

Waterviolier (Hottonia palustris) is een plant met ondergedoken bladeren die voorkomt in ondiepe wateren. De soort is een indicator voor kwel en verdraagt veel schaduw. De waterviolier is de enige Nederlandse vertegenwoordiger van het geslacht Hottonia, dat wereldwijd nog één andere soort telt: Hottonia inflata uit Noord-Amerika. Het geslacht is vernoemd naar Pieter Hotton (1648-1709), Leids hoogleraar en de voorganger van Boerhaave.

Akelei (Aquilegia) is een geslacht van kruidachtige, winterharde, vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Er zijn ongeveer 120 soorten. De soorten hebben drielobbige bladeren en opvallende bloemen in diverse kleuren.

De meeste soorten bloeien grofweg van half april tot half juli.

De judaspenning of tuinjudaspenning (Lunaria annua) is een tweejarige, 50-80 cm (soms tot 100 cm) hoge plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De vaste judaspenning (Lunaria rediviva) lijkt op de judaspenning, maar heeft langwerpige in plaats van ronde zaaddozen.

Gele stinkende gouwe, paarse hondsdraf en achterin hard roze judaspenning

Look-zonder-look (Alliaria petiolata, synoniem: Alliaria officinalis of Sisymbrium alliaria) is een algemeen voorkomende plant die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Binnen de kruisbloemenfamilie is de soort gemakkelijk te herkennen aan de witte bloemen, het blad en de geur. Na het wrijven van een blad komt er een geur vrij die volgens sommigen op uien lijkt, maar door de meeste mensen als knoflook wordt aangeduid. De plant dankt hieraan ook zijn naam; het ruikt naar look maar is botanisch niet verwant aan look.[1]

De wilde hyacint of boshyacint (Hyacinthoides non-scripta, synoniem: Scilla non-scripta) is een plant uit de aspergefamilie (Asparagaceae).

De plant werd reeds door Carl Linnaeus beschreven, die deze de soortaanduiding non-scripta gaf omdat men bij deze plant in tegenstelling tot de hyacinten geen witte tekens in de bloemdekbladen kon onderscheiden. Linnaeus deelde hem in bij de hyacinten (Hyacinthus). Later werd de plant bij het geslacht Scilla ingedeeld. Nu wordt de plant ingedeeld bij het geslacht Hyacinthoides.

Het robertskruid (Geranium robertianum), vroeger ook wel stinkende ooievaarsbek genoemd, is een plant uit de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). Het is een een- of tweejarige, tot 50 cm hoge plant. De naam robertskruid zou of afgeleid zijn van de kleur rood of van Robert van Molesme die in de elfde eeuw dit kruid als geneesmiddel aanbeval

Maak jouw eigen website met JouwWeb