Gegordelde Gordijnzwam, cortinarius trivialis
Tot het geslacht van de gordijnzwammen, Cortinarus, behoren alleen
Al in West- en Midden-Europa meer dan vierhonderd soorten. Daar-
mee is het het soortenrijkste geslacht van de plaatjeszwammen.
Bij het ondergeslacht Myxacium, de slijmstelen , zijn hoed en steel altijd slijmig.
Het spinnenwebachtige gordijn (bijzonder velum of gedeeltelijk omhulsel)
Tussen hoedrand en steel verslijmt en blijft als een soort slijmknobbel
Bij de groeiende paddenstoel zichtbaar. Kenmerkend voor de Gegordelde
Gordijnzwam is dat de bedekking van de steel in diverse onregelmatig
Getande banden uiteenscheurt. Geelachtig olijfkleurige hoeden
En paarse plaatjes komen ook bij andere soorten voor. Bij alle gordijnzwammen
Nemn de plaatjes de geelachtig bruine tot roodbruine kleur van de sporen aan.
Alle slijmstelen (niet alle gordijnzwammen!) zijn onschadelijk, maar voor consumptie van weinig betekenis. Sommige zijn door de bittere smaak van het vlees ongenietbaar. De slijmsteel van beukenbossen, C.integerrimus, heeft een donker olijfbruine, enigszins rimpelige hoed. In sparrenbossen groeit de Blauwgegordelde Gordijnzwam (C. collinitus).
Bij deze soort is de hoed fraai rossig tot oranjebruin.
Uit Reader's Digest: Paddenstoelen van West- en Midden-Europa












Maak jouw eigen website met JouwWeb