De ransuil (Asio otus) is een relatief grote uil, die voorkomt in heel Europa, met uitzondering van IJsland. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Strix otus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.
- Lengte: 35-37 cm
- Spanwijdte: 84-95 cm
- Gewicht: 210-330 g
- Levensduur: 10-15 jaar
Opvallend aan het uiterlijk van de ransuil zijn met name de lange oorpluimen, die overigens geen echte oren zijn. De wetenschappelijke naam betekent 'ooruil'. Zijn naam dankt hij aan de gelijkenis met een 'ranse', Middelnederlands voor 'muts met een kap die in plooien afhing'. De ogen zijn oranje-geel. Verwarring met de oehoe, die ook oorpluimen heeft, is mogelijk maar deze laatste is aanzienlijk groter dan de ransuil. Het verenkleed is aan de bovenzijde roestgeel met zwartbruine vlekken en strepen, en verder is de vogel grijsbruin gevlekt en gestreept. De lichtgele onderzijde vertoont brede donkere lengtestrepen en fijne dwarsstreepjes.
De ransuil is iets kleiner en oogt slanker dan de bosuil. Opvallend zijn de lange, vaak omhooggerichte oorpluimen en de oranjegele ogen. Hij komt voor in diverse landschapstypen waar open veld aanwezig is met voldoende veldmuizen. De ransuil broedt veelal in oude nesten van eksters of kraaien. ’s Winters verzamelen ransuilen zich in groepen, vlak bij gunstige voedselgebieden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb